Ontlasting en plaspampers

Heading

Heading

Als we willen weten of je baby goed drinkt, kijken we enerzijds of je baby blij en tevreden is. Maar daarnaast wordt er zeker ook gekeken naar het aantal plaspampers en de ontlasting.

Aantal plaspampers

Gaandeweg zou je kunnen zeggen dat plassen erop wijst dat je baby vocht heeft binnengekregen. Als vuistregel wordt aangenomen dat als je baby zo'n 4 tot 6 plaspampers per dag heeft hij of zij voldoende voeding heeft binnengekregen.

Bij borstvoeding

Bij borstvoeding hangt het ook deels van de melkproductie af. In de eerste dagen na de bevalling krijgt je baby alleen colostrum. Dit is de eerste melk die je aanmaakt wanneer je start met borstvoeding. Het wordt gezien als 'vloeibaar goud', niet enkel omwille van de gele kleur, maar bovendien bevat colostrum veel eiwitten en voedingsstoffen. Het is makkelijk verteerbaar en speelt ook een belangrijke rol bij de opbouw van het immuunsysteem van je baby. Het beschermt je baby tegen bepaalde infecties.

In het begin is het maagje van je baby ook nog heel klein en moet wennen aan het opnemen en verwerken van voedsel. Je baby krijgt in het begin ook maar kleine beetjes colostrum - wat weinig water bevat - met als resultaat: weinig urine.

Elke dag zal dit meer worden, naarmate je melkproductie toeneemt. Het colostrum zal overgaan in de rijpere melk, je baby zal meer vocht binnenkrijgen en dus meer plaspampers hebben.

Ontlasting

De eerste ontlasting van een pasgeborene heet meconium en is donkergroen tot zwart van kleur en heel kleverig. Hoe komt het nu dat je baby al ontlasting kan maken?

Vanaf de 13de week slikt je baby af en toe al vruchtwater in. Het meeste daarvan heeft je baby alweer uitgeplast, maar een deel ervan wordt - samen met andere afbraakproducten van de stofwisseling van je baby - uitgescheiden na de geboorte. Meestal gebeurt dit binnen de eerste 24 uren na de bevalling.

Bij borstvoeding

Eens de melkproductie op gang is, zal de ontlasting de vertrouwde borstvoedingskleur- en consistentie aannemen: oranjegele kleur (mosterachtig), smeuïg, minder kleverig, soms met vlokjes en friszuur ruikend. Vanaf dan (dag 3-5) zal je baby ook meer stoelgang maken, bijna na elke voeding (zo'n 3 tot 5 keer per dag).

Vanaf een zestal weken kan de frequentie van de ontlasting verminderen tot 1 keer per dag of een paar dagen ertussen. Dit is normaal. Als je merkt dat je baby toch wat krampachtig is, kan je hem of haar wat meer aan je borst leggen. Zuigen bevordert de darmperistaltiek.

Is dit reeds het geval in de eerste dagen, dan kan het erop wijzen dat je baby niet genoeg aan de borst drinkt of niet efficiënt zuigt om voldoende melk binnen te krijgen. Laat je dan bijstaan door een vroedvrouw of lactatiekundige.

Bij kunstvoeding

De ontlasting bij kunstvoeding is eerder (licht-)groen van kleur. Het is mogelijk dat je niet elke dag stoelgang opmerkt bij je baby als hij of zij kunstvoeding krijgt. Dat is normaal. Kunstvoeding is moeilijker te verteren. Dit komt door de samenstelling van bepaalde eiwitten en enzymen in moedermelk die niet in kunstvoeding zitten. De darmpjes van je baby hebben even de tijd nodig om hieraan te wennen. Je zal dit ook merken bij de overstap van borstvoeding naar kunstvoeding.

Vandaar dat baby's die kunstvoeding krijgen gevoelig zijn voor krampjes. Zolang ze één tot drie keer per dag of één keer om de paar dagen stoelgang maken is het goed. Het hoeft zeker niet elke dag te zijn. Een dag zonder stoelgang is normaal. Stel dat de frequentie heel laag wordt en dit gepaard gaat met krampen, dan kan er sprake zijn van constipatie (verstopping). Dit onderwerp komt bij een volgende blog aan bod.

Andere blogs over 

Pre- en postnatale voorbereiding