Een geboorte is meestal 'op tijd', à terme, wanneer je bevalt tussen 37 en 42 zwangerschapsweken. Er wordt gesproken over vroeggeboorte of prematuriteit wanneer je baby wordt geboren voor 37 weken zwangerschap. De grootste groep premature baby's wordt geboren tussen de 32 en 36 weken.
De oorzaak voor vroeggeboorte kan niet altijd achterhaald worden, toch zijn er enkele die vroeggeboorte in de hand kunnen werken:
Indien jouw gynaecoloog een vermoeden heeft dat je voor 34 weken zal bevallen, dan zal je wellicht opgenomen worden in het ziekenhuis ter observatie. Meestal zal je zelfs overgebracht worden naar een groter ziekenhuis met de afdeling NICU (Neonatal Intensive Care Unit) - waar er intensieve zorg voor pasgeboren baby's wordt aangeboden. Zo zal je baby meteen goed opgevangen worden!
Meestal proberen we om je zwangerschap nog te verlengen zodat we je baby nog de kans geven om zijn ontwikkeling te verbeteren. In sommige omstandigheden worden weeënremmers (tocolyse) gegeven om de geboorte van je baby uit te stellen.
Vaak wordt er ook longrijping gegeven. Via een inspuiting krijg je dan hormonen toegediend die ervoor zorgen om de longen van je baby te laten rijpen zodat deze voorbereid zijn op het leven buiten de baarmoeder.
Als je baby voor 37 weken zwangerschap wordt geboren, is hij prematuur. Premature baby's hebben vaak wat extra ondersteuning nodig om zich aan te passen aan het leven buiten de baarmoeder. Hun ademhalingspatroon is nog onrijp en ze kunnen hun lichaamstemperatuur nog niet goed op peil houden. In de couveuse kunnen ze dan deze lichaamsfuncties goed ontwikkelen.
