De meeste baby's wegen bij de geboorte tussen de 2500 en 4000 gram. Soms kan je baby hiervan afwijken. Je kan een lichtere baby hebben (P10) of een iets zwaardere (P90), maar ook deze waarden zijn normaal en oké!
Soms wordt je baby geboren met een te laag geboortegewicht in verhouding tot de zwangerschapsduur. Dit heet dysmaturiteit.
Meestal is het een gevolg van een minder goede werking van de placenta naar het einde van de zwangerschap toe. Op deze manier krijgt je baby niet voldoende voedingstoffen en moet hij zijn eigen suiker- en vetreserves aanspreken. Verminderde bloedtoevoer naar je baby kan veroorzaakt worden door een hoge bloeddruk of pre-eclampsie (zwangerschapsvergiftiging). Maar ook andere oorzaken kunnen aan de basis liggen van een laag geboortegewicht:
Roken tijdens de zwangerschap
Alcohol- en/of druggebruik in de zwangerschap
Baby's met een aangeboren afwijking
Doormaken van een infectie tijdens de zwangerschap: CMV (cytomegalovirus) of toxoplasmose ('kattenziekte')
Deze kinderen worden geboren met een achterstand en zijn ook trager in hun ontwikkeling.
Doordat je baby al tijdens de zwangerschap zijn suiker- en vetreserves zal moeten aanspreken, hebben ze na de geboorte meer kans op een lage bloedsuikerspiegel. Het is belangrijk dat deze waarde niet te laag is, want suiker, meer bepaald glucose, is een belangrijke bron van energie voor zijn hersenen. Een tekort hieraan kan, op lange termijn, tot hersenbeschadiging leiden. Daarom zal - in de eerste uren na de geboorte - de glycemie (suikerspiegel) nauwkeurig opgevolgd worden met een hielprik en dit gedurende de eerste 24 uur. Je kan deze prik voor je baby verzachten door je baby aan de borst te leggen of een tutje te geven. Wanneer de suikerwaarde te laag is, kan het zijn dat je baby extra glucose of voeding krijgt via een infuus.
Naast het risico op lage suikerwaarden hebben baby's met een laag geboortegewicht (<2500 gram) ook meer moeite om hun temperatuur op peil te houden. Duffel je baby goed in in een warm dekentje en zet hem of haar zeker een mutsje op de eerste dagen. Pasgeboren baby's verliezen namelijk veel warmte aan hun hoofdje. Indien nodig wordt je baby in een verwarmd bedje gelegd.
Soms kan het ook zijn dat je baby iets groter en zwaarder is bij de geboorte. Ook wanneer je baby te zwaar is, is er een verhoogd risico voor een lage suikerspiegel. Dit hangt dikwijls samen met zwangerschapsdiabetes. Tijdens de zwangerschap kreeg je baby dan een teveel aan suiker. Als reactie hierop produceerde het lichaam het hormoon insuline, dat glucose afbreekt. Wanneer bij de geboorte de suikertoevloed wegvalt, zal de nog aanwezige insuline het suikergehalte bij je baby doen dalen. Vandaar dat ook hier het glucosegehalte nauwgezet in de gaten zal worden gehouden.
Je genen spelen hierbij ook een bepaalde rol. Waren jij en/of je partner ook aan de grote kant bij de geboorte, dan zou het kunnen dat jullie ook een grote baby op de wereld zetten.
Een bevalling van een zware baby kan moeilijker verlopen en de kans op medisch ingrijpen vergroten. Soms kan het zijn dat je bekken te smal is of je baby vast komt te zitten in het geboortekanaal. Dit kan voor volgende problemen zorgen:
noodzaak om te knippen
kans op scheuren
keizersnede
schouderdystocie
Dit wilt zeggen dat na de geboorte van het hoofd van je baby de schouder blijft vastzitten achter het schaambeen van de mama. Dan voeren de vroedvrouwen en gynaecologen allerlei manoeuvres uit om meer ruimte in je bekken te creëren.
