Suiker (glucose) is een belangrijke energiebron voor het lichaam. Het zorgt ervoor dat cellen goed kunnen werken, zodat je baby goed kan groeien en ontwikkelen.
Glucose is de belangrijkste energiebron voor het lichaam. Het zorgt ervoor dat cellen goed kunnen werken, zodat je baby goed kan groeien en ontwikkelen. Vooral de hersencellen van een baby hebben glucose nodig. Als de bloedsuiker langere tijd laag blijft, kan dit schadelijk zijn voor de ontwikkeling van de baby.
Voor de geboorte krijgt je baby continu glucose via de placenta van de mama. De glucose wordt voor een deel meteen door je baby gebruikt en de rest wordt als voorraad opgeslagen.
Direct na de geboorte wordt deze glucosetoevoer via de placenta gestopt. Dit wilt zeggen dat je baby zelf de bloedsuikerwaarden op peil moet houden. In de eerste dagen na de geboorte kan de hoeveelheid voeding nog te weinig zijn om genoeg glucose binnen te krijgen. Je baby haalt dan glucose uit de opgeslagen voorraden, zodat de bloedsuiker (glycemie) niet te laag wordt.
We zien soms dat in de eerste uren na de geboorte de glycemie daalt bij je baby. Bij gezonde, à terme baby's stijgt de glycemie vanzelf weer omdat je baby de aanwezige glucosevoorraad gebruikt. Baby's die te vroeg geboren zijn of baby's met een laag geboortegewicht hebben vaak niet genoeg glucosevoorraad. Zij hebben dan soms in de eerste dagen na de geboorte extra voeding of glucose (via een infuus) nodig om hun glycemie terug in balans te kunnen houden. Zeker bij borstvoeding is het belangrijk om naast het aanleggen aan de borst ook bij te voeden met afgekolfde moedermelk of kunstvoeding.
Het wordt aangeraden om in volgende situaties de glycemie te controleren:
We kunnen de glycemie bij je baby bepalen aan de hand van een druppel bloed. Meestal wordt je baby hiervoor in de hiel geprikt. Dit doen we meestal gedurende 24 uur, voor elke voeding. We streven naar een glycemie >45 mg/dl.
Bij een hypoglycemie of te lage suikerwaarde is het belangrijk om de glycemie terug omhoog te krijgen, het liefst >45 mg/dl.
Schommelt de waarde tussen 25-35 mg/dl, dan is bijvoeding sowieso noodzakelijk om een eventuele opname op neonatologie te vermijden, waarbij je baby dan via een infuus extra glucose binnenkrijgt. Bij deze waarde wordt de glycemie 1 uur na de voeding opnieuw gecontroleerd. Het lichaam van je baby krijgt dan voldoende de tijd om de waarde terug naar omhoog te krijgen.