Seks en anticonceptie is wellicht niet het eerste waar je aan denkt na je bevalling. Je bent net mama geworden en je focus ligt volledig op je kleintje. Logisch. Toch is het belangrijk om er op tijd over na te denken. Je kan namelijk al snel terug vruchtbaar zijn. Wanneer moet je beginnen met anticonceptie? En welke opties zijn er?
De eerste menstruatie na de bevalling kan vanaf zes weken terug op gang komen. Ongeveer twee weken voordat je je maandstonden krijgt, vindt de eisprong plaats. Het is dus zo dat je ongeveer vier weken na de bevalling terug vruchtbaar bent en dus opnieuw zwanger kan worden.
Het is goed om na je bevalling stil te staan welke anticonceptiemethode het beste bij jou past. Er zijn veel mogelijkheden en misschien is er nu een nieuwe vorm die beter bij jou past dan de anticonceptiemethode van voor je bevalling.
Het hangt er onder andere van af of je borstvoeding geeft, of je graag nog een kindje zou willen, en of de anticonceptiemethode die je gebruikte voor de zwangerschap jou goed beviel of niet.
Voor iemand die absoluut geen kinderwens meer heeft, kan sterilisatie een optie zijn. En als je bijvoorbeeld niet goed reageert op hormonen, zal je eerder kiezen voor het condoom of een koperspiraal.
Vaak denken vrouwen dat ze niet zwanger kunnen worden als ze borstvoeding geven, maar dit is niet waar. De kans is veel kleiner omdat je minder hormonen aanmaakt, maar je kan wel degelijk zwanger worden. Wanneer je uitsluitend borstvoeding geeft en geen andere vorm van anticonceptie gebruikt, is de kans op een nieuwe zwangerschap ongeveer twee procent.
Zodra je de borstvoeding zal afbouwen en fles- of bijvoeding bijgeeft, dan wordt deze kans groter.
Als je borstvoeding geeft, is niet elke vorm van anticonceptie geschikt. Veel anticonceptiemethoden bevatten zowel progestageen en oestrogeen. Bij borstvoeding kies je best een methode zonder het hormoon oestrogeen. Oestrogenen kunnen de melkproductie en samenstelling van moedermelk negatief beïnvloeden.
De minipil bevat geen oestrogeen, alleen progestageen, en is daarom ideaal als je borstvoeding geeft. Vanaf drie weken na de bevalling mag je hiermee starten.
Liever niet. Deze pil bevat zowel oestrogeen als progestageen. Ondanks dat deze hormonen in kleine hoeveelheden overgaan in de moedermelk verkiest men liever de minipil omdat oestrogenen een negatieve invloed kunnen hebben op je borstvoeding.
Als je kiest voor een hormoonspiraal, plaatst de gynaecoloog een T-vormig voorwerp in je baarmoeder en geeft een lage dosis aan hormonen af. Het geeft jou vijf jaar bescherming tegen zwangerschap. Onder invloed van deze hormonen kan je menstruatiepatroon veranderen of uitblijven. Nadat het spiraal verwijderd wordt, kan je snel terug vruchtbaar zijn.
Deze spiraal bevat - in tegenstelling tot de hormoonspiraal - geen hormonen. Hoe komt het dan dat dit beschermt tegen een zwangerschap? Het koper zorgt er voor dat de zaadcellen van je partner inactief worden. Deze spiraal kan ook vijf jaar blijven zitten. Beide spiraaltjes mogen niet eerder dan zes weken na de bevalling worden geplaatst, omdat je baarmoeder eerst moet herstellen.
Dit is een definitieve vorm van anticonceptie. Als jullie er zeker van zijn dat jullie gezinnetje compleet is, dan kan je kiezen voor deze vorm van anticonceptie.
Hierbij kunnen de zaadleiders van de man of de eileiders van de vrouw via een operatie worden afgesloten. In veel gevallen is dit een onomkeerbare methode, dus denk er wel goed over na.
Het condoom vormt een barrière en kan je zo ook beschermen tegen een nieuwe zwangerschap. Als je er nog niet meteen aan uit bent welke anticonceptiemethode je wilt gebruiken, is dit een goed alternatief. Bovendien is het ook de enige methode die beschermt tegen SOA's.
Dit is in het kort uitgelegd. Bespreek dit sowieso nogmaals met je gynaecoloog welke methode het meeste geschikt is voor jou.
